“Laten we elkaar niet voor de gek houden. Griekenland gaat ons nog geld kosten.” Aldus sprak Diederik Samsom vier jaar terug. Mark Rutte drukte op de rooie knop: er zou geen cent meer naar Griekenland gaan. Samsom trok die belofte onmiddellijk in twijfel. We weten nu dat Samsom gelijk had. Veel kiezers waren zich dat toen al bewust; zij hebben Samsom’s moed daarom ruimhartig beloond. Voor Samsom telt vier jaar later louter het verschil tussen gelijk hebben en gelijk krijgen. Rutte wordt nu geconfronteerd met de consequenties van zijn stellingname van toen. Zijn interventie versterkte toen het beeld van een krachtige leider die pal staat voor zijn land. Gebroken beloftes zijn een onlosmakelijk deel van de politiek. Dat weet de kiezer. Die vraagt zich nu echter wel af of dat geen bezwaar is voor een nieuw premierschap.
Wat zullen wij over vier jaar over de huidige campagne zeggen. Welke beloftes worden nu gedaan die later loos zullen blijken? Waarover prefereren politici nu te zwijgen, wat later beslissend blijkt te zijn? Ik voorspel dat we daarvoor nu bij Sybrand Buma moeten zijn. Ik heb Sybrand Buma leren kennen als een fervent voorstander van Europa. Maar die voorkeur is onder de electorale druk bezweken. Vorige week gaf Buma een interview in het FD. “EU gaat nog slechter dan ik dacht” De kop suggereert nieuwe inzichten gerijpt tijdens een recente verkenningstocht in het Brusselse. Buma vindt dat Nederland de EU ontzettend nodig heeft, maar ondertussen moet Brussel zich er niet mee bemoeien als Nederland zijn eigen ondernemingen een beetje wil helpen. Kijk, aldus Buma, Oost Europa zit er minimalistisch in, die gaan alleen maar voor hun eigen belang. Hij maakt zich grote zorgen over de besluitenloosheid, de verdeeldheid en totaal strijdige belangen tussen drie blokken. Ik heb te doen met Jean Claude Juncker, Guy Verhofstadt, Donald Tusk en “onze eigen” Frans Timmermans die in dit vat van tegenstrijdige uitgangspunten die vermaledijde besluitenloosheid het hoofd moeten bieden.
Ondertussen beweegt de wereld verder, over slecht asfalt. Trump, Brexit en het gerommel in Moskou dwingen de EU tot heroriëntatie. Is Brexit startschot tot een proces van sluipende desintegratie? Of juist omgekeerd: worden onder die druk vastgeroeste posities vloeibaar en oude geschillen beslecht? Voor Nederland is dat een cruciale vraag met een ongewis antwoord. In Duitsland blijkt de grote concurrent van Angela Merkel niet de Eurosceptische AfP te zijn, maar een oud Europarlementariër, Martin Schulz. In Frankrijk is de situatie veel onzekerder. Toch lijken Macro of misschien Fillon meer kans te maken dan Marie Le Pen. Zou straks de Frans-Duitse motor weer kunnen gaan sputteren en Europa op sleeptouw nemen? De tijd zal het leren. Maar als Nederland de EU werkelijk zo ontzettend nodig heeft (en dit ben ik met Buma eens), dan moeten we niet louter onze krenten uit de pap willen pikken. Dan vereist dat politiek leiderschap. Rutte heeft dat zowel na Brexit als bij het Oekraïne referendum laten zien. Slechts twee losse zinnetjes, maar iedereen heeft ze gehoord. Misschien wel gebaseerd op een levensles met Samsom?
Wat mij zo verbaast aan de Nederlandse politiek is niet de opkomst van de PVV. Uiteindelijk is ook dat niet meer dan één op de vijf kiezers. Goed dat die een stem hebben. Wat mij verbaast is de totale stuurloosheid bij klassieke bestuurders partijen, in dit geval het CDA. Gelukkig wordt er door alom gerespecteerde CDA’ers zeer verstandig over Europa gedacht, neem Ben Bot, Jaap de Hoop Scheffer of Ernst Hirsch Ballin. Ik hoop maar dat Buma nog eens bij hen te rade gaat. Nederland verdient dat, het CDA is het aan Nederland verplicht.