De geschiedenis is net een draaimolen, waarin landen wild heen en weer worden geslingerd. Landen komen elkaar daarbij af en toe tegen. Dan vergt het stuurmanskunst om ongelukken te vermijden. Afgelopen maanden was het de beurt aan Turkije en Duitsland. Voor de relatie van Turkije met Europa is het begin van de vorige eeuw een cruciale periode. Turkije had de modernisering van Europa in de 19e eeuw gemist. De Turkse sultan was een zwak figuur. Turkije was niet langer in staat zichzelf te verdedigen. In de Balkanoorlog van 1912 raakte het bijna al zijn Europese grondgebied kwijt. Etnische zuiveringen waren daarbij aan de orde van de dag. Een jaar eerder had Italië zich al meester gemaakt van het Turkse grondgebied in Noord Afrika (nu Libië). Italië had met afgunst toegezien hoe Engeland en Frankrijk een imperium hadden opgebouwd. Dat wilde Italië ook. Jonge Turkse officieren, onder wie Mustafa Kemal, was de zwakte van de Sultan echter een doorn in het oog. Zij slaagden erin Libische stammen met Turkije te verbinden onder het vaandel van de Islamitische strijd tegen het Europese imperialisme. Het Turks-Libische verzet was hardnekkiger dan verwacht. Uiteindelijk konden de Italianen alleen winnen vanwege de Turkse nederlaag in de Balkanoorlog. Maar de kracht van de Islam als verbindende ideologie voor verzet tegen het Europees imperialisme was niet onopgemerkt gebleven. Duitsland zag nieuwe mogelijkheden: kon de Islam bij een oorlog met Engeland en Frankrijk niet worden gebruikt om de Engelse en Franse wereldrijken te ondermijnen? Beide hadden immers een grote Islamitische bevolking.
Die oorlog kwam er inderdaad, in 1914. Door een verbluffende chicane van een Duitse admiraal vocht Turkije mee aan Duitse zijde. Duitsland speelde de Islamitische kaart om de Engelse en Franse wereldrijken te stabiliseren. Engeland en Frankrijk probeerden juist die wereldrijken verder uit te breiden met de restanten van het Turkse kalifaat. Engeland stuurde troepen uit andere delen van zijn rijk voor de strijd tegen de Turken: Australiërs vochten in de loopgraven van Gallipoli (recent mooi verfilmd); Indiërs, deels Moslims, voerden als Britse soldaten slag in het huidige Irak. Zij werden daar bestookt met Turks/Duitse propaganda die hen wees op hun plichten om als Moslim het Kalifaat te verdedigen tegen de ongelovigen. De Franse leverden geen troepen (die waren nodig in de Noord Franse loopgraven), maar in een geheime overeenkomst hadden de Engelsen hen wel vast Syrië beloofd.
Duitsland verloor de oorlog en sleurde Turkije in zijn val mee. De Engelsen bezetten Istanbul. Het Arabisch schiereiland werd tussen de Engelsen en de Fransen verdeeld. In de vrede van Sevres werd bepaald dat ook het huidige Turkije tussen de Europese wereldmachten zou worden opgedeeld. Dit was opnieuw onverteerbaar voor Kemal. Dit keer had zijn verzet wel succes. Er vonden gruwelijke slachtpartijen plaats met veel slachtoffers. Maar uiteindelijk trokken de Fransen, de Italianen en ten slotte ook de Engelsen zich terug en ontstond het huidige Turkije.
Mustafa Kemal dankt hieraan zijn geuzenaam: Ataturk, vader des vaderland. De visie op Europa waarmee hij Turkije heeft opgebouwd was bijgevolg tweezijdig. De ene kant was zijn bewondering voor Europa en zijn overtuiging dat Turkije moest moderniseren. De andere kant was zijn verdediging van Turkije tegen het Europese imperialisme. Die tweeslachtigheid kenmerkt Turkije tot op de dag van vandaag. Enerzijds de behoefte om deel uit te maken van Europa, anderzijds het sterke bewustzijn van het verschil met Europa. En met die tweeslachtigheid komen Turkije en Duitsland elkaar een eeuw na hun eerdere bondgenootschap opnieuw tegen. Zoals gezegd: een ritje in de draaimolen van de geschiedenis vereist stuurmanskunst als je ongelukken wilt voorkomen.