“Het herstel van de economie is nog broos”. Aldus Jeroen Dijsselbloem in het voorwoord van de jongste Miljoenennota. Hij had het niet beter kunnen zeggen. Rond de jaarwisseling was iedereen nog vol verwachting over het nakende herstel. Nederland verdiende het. Het kabinet had alles in het werk gesteld om schoon schip te maken: de AOW leeftijd verhoogd, de overheidsfinanciën gesaneerd. Nu was de crisis voorbij. We moeten nu vaststellen dat het niet zo heeft mogen zijn. Ja, er is enig economisch herstel, maar het is zeer mager. Het beste nieuws is dat de huizenprijzen weer beginnen te stijgen. Dat is goed nieuws voor mensen die nu niet kunnen verhuizen omdat hun hypotheek schuld hoger is dan de waarde van hun huis. Het is ook goed nieuws voor architecten en aannemers. Als huizenprijzen stijgen, dan wordt het weer aantrekkelijk om te bouwen. Maar verder blijft de groei beroerd.
Stel dat iemand 6 jaar geleden was gevraagd om te voorspellen hoe hoog het bbp in 2014 zou zijn. Die persoon had dan een plaatje gepakt met de groei van het bbp in de voorafgaande 20 jaar en had dat lijntje doorgetrokken. Wat kun je anders doen? Die schatting was ongetwijfeld 15 % hoger geweest dan het huidige bbp. Zoveel heeft de financiële crisis ons dus gekost. Een soortgelijk verhaal geldt voor de arbeidsmarkt. De werkgelegenheid en arbeidsparticipatie zijn sinds 2008 ongeveer 5 % gedaald. Dat verloren bbp halen we waarschijnlijk nooit meer helemaal terug, maar voor de werkgelegenheid moet dat wel. Dat vergt groeicijfers in de orde van grootte van 2 tot 3 %. Engeland haalt dat nu ruimschoots. Nederland dus niet, zoals het er nu naar uitziet ook volgend jaar niet, en met Nederland eigenlijk de hele Eurozone.
Dat laatste zegt iets over de betekenis van deze Miljoenennota: die is beperkt. In het parlement zal komende weken ongetwijfeld worden gesproken over allerlei nuttige maatregelen. Meer geld voor onderwijs, belastingkorting voor investeringen, en zo meer. Dat zijn allemaal relevante discussies. Maar de echte vraag moet in Brussel en Frankfurt worden beantwoord: hoe verder met de Eurozone? Onderschat het belang van die discussie voor de wereld als geheel niet. De Eurozone is de één na grootste economie van de wereld, na de VS. De EU als geheel is zelfs groter dan de VS. Een helder toekomstperspectief voor de Eurozone is dus voor de hele wereld van levensbelang.
Rond 2011 dreigde de Euro uiteen te vallen. Dat is nu niet aan de orde, gelukkig maar, zou ik daaraan toe willen voegen. Merkel heeft bij talloze gelegenheden laten merken dat de Euro voor haar een gegeven is. De crisis in de Oekraïne heeft haar ongetwijfeld gesterkt in die visie. Dromen over een Europa als een verzameling onafhankelijke natiestaten zijn, tja, zoals dromen zijn: bedrog. En daar zit voor Duitsland de uitdaging: wie heeft vastgesteld dat het zonder de Eurozone niet gaat, zal met een economisch beleid voor de dag moeten komen wat welvaart en voorspoed binnen die Eurozone mogelijk maakt. Het huidige Stabiliteitspact is daarbij een sta in de weg.
Hoezo: een uitdaging voor Duitsland? Bepaalt Duitsland dan alleen de koers in Europa? In de huidige situatie is dat inderdaad het geval. Op termijn is dat vanzelfsprekend onhoudbaar. Europees beleid vraagt een bredere legitimatie dan alleen de instemming van Berlijn. Dat vereist dat ook elders wordt nagedacht over een werkbare economische agenda voor Europa. Daar zou het Kamerdebat de komende weken eigenlijk over moeten gaan. Of daar openlijk over zal worden gesproken? We zullen het zien. Maar laten politieke partijen er in ieder geval wel over nadenken.