HOME / COLUMNS / Commissie Borstlap repareert ontspoord overheidsbeleid van de afgelopen twintig jaar

COLUMNS / 7 februari 2020

Commissie Borstlap repareert ontspoord overheidsbeleid van de afgelopen twintig jaar

De oorzaak van de toename van zzp’ers is niet de arbeidsmarkt, maar het overheidsbeleid

Eind januari verscheen het langverwachte rapport van de Commissie-Borstlap over de inrichting van de Nederlandse arbeidsmarkt. Ons geduld is op de proef gesteld, maar wordt nu beloond. De Nederlandse arbeidsmarkt is de afgelopen twintig jaar geleidelijk ontspoord en voor dat probleem bieden Hans Borstlap en zijn commissie nu een oplossing. In 2003 hoefde maar 22% van de lager opgeleide werkenden het te doen met een flexibel contract. Vandaag de dag is dat aandeel gestegen tot 41%. Onder hogeropgeleiden is het aandeel flexibele contracten minder snel gegroeid, maar ook zij bleven niet gespaard voor de toenemende onzekerheid. Het aantal zzp’ers is verdubbeld tot meer dan een miljoen. Vaak wordt gezegd dat dit bij een moderne arbeidsmarkt hoort: alles wordt flexibeler, de vaste baan voor het leven is voorbij. Als dat waar zou zijn, dan zou je verwachten dat in andere Europese landen het aandeel zzp’ers net zo hard zou stijgen als bij ons. Maar Nederland steekt met kop en schouders uit boven het Europees gemiddelde. Ook zou je dan denken dat steeds minder mensen hun leven lang bij dezelfde baas blijven. Opnieuw onjuist, zoals de cijfers van de internationale economie-organisatie Oeso laten zien. In Nederland werkt al twintig jaar 37% van de werknemers langer dan tien jaar voor dezelfde baas. Daarmee is Nederland in vergelijking tot andere landen een nette middenmoter.

UITSTERVEND SOORT

De werkelijke oorzaak van de toename van zzp’ers en flexibele contracten is niet de verandering van de arbeidsmarkt, maar het Nederlandse overheidsbeleid. Als een werkgever en een werknemer moeten kiezen hoe ze hun arbeidsrelatie willen vormgeven, blijkt een zzp-contract fiscaal het voordeligst. Vanzelfsprekend weten in de loop der jaren steeds meer mensen deze weg te vinden. De vaste betrekking is dus een uitstervende soort. Wat door beleid is aangericht, kan ook weer met beleid worden opgelost. Dat is wat de Commissie Borstlap in haar rapport bepleit, indirect en rechtstreeks. Indirect, door de belastingvoordelen voor zelfstandigen af te bouwen. En rechtstreeks, door tal van flexibele contracten simpelweg te verbieden. De grote vraag is: waarom zou de overheid dat doen? Om dat beter te begrijpen gaan we 75 jaar terug in onze geschiedenis, naar het einde van de Tweede Wereldoorlog. Na de overwinningsfeesten in 1945 stond de wereld voor de vraag hoe de naoorlogse economie moest worden ingericht. Door de depressie van de jaren dertig had het kapitalisme veel van zijn glans verloren. Dat gold natuurlijk al helemaal voor het nationaalsocialistische alternatief. ‘Eigen natie eerst’ kan nooit slagen want er kan maar één land de eerste zijn. En de oorlog had aangetoond dat dit onvermijdelijk leidt tot een bloedig conflict tussen landen. Het falen van het antikapitalistische model was in 1945 nog niet voor iedereen duidelijk. De Sovjet-Unie was immers een belangrijke bondgenoot in de oorlog tegen het fascisme. Maar tijdens de oorlogsjaren was in het Verenigd Koninkrijk gewerkt aan een plan door William Beveridge. De Britse econoom wist dat het marktmechanisme de enige weg was naar welvaart voor iedereen. De markt had echter één zwakke plek: deze kon geen adequate verzekeringen bieden tegen de risico’s van ziekte, invaliditeit, werkloosheid en pensioen. Daarom wilde Beveridge een markteconomie waarin de overheid verantwoordelijk was voor de organisatie van verplichte sociale zekerheid. Kortom, het begin van de welvaartsstaat. Waarom is de private markt niet in staat om sociale verzekeringen aan te bieden? Omdat mensen die nauwelijks ziekte of schade verwachten niet tot zo’n verzekering zullen toetreden. Hierdoor moeten de premies omhoog, waardoor nog meer mensen de verzekering verlaten en de premie nog verder moet stijgen. Hier geldt het motto van de Amerikaanse komiek Groucho Marx: ‘I refuse to join any club that would have me as a member.’ Als iedereen dit motto hanteert, kan geen enkele club overleven. Alleen met verplichte, collectieve verzekeringen kan dat probleem worden opgelost. 

OP EEN LIJN 

De situatie van vandaag lijkt in veel opzichten op die van 1945. Net als toen kijkt de wereld, ruim tien jaar na de ondergang van de Amerikaanse bank Lehman Brothers, terug op een dramatisch verlopen decennium. Het vertrouwen in het markmechanisme en de daarvoor verantwoordelijke politici is verdwenen. Het populistisch programma van eigen land eerst biedt net als in de jaren dertig geen perspectief. Het antiglobalistische programma, dat de multilaterale instituties ziet als slippendragers van het grootkapitaal, evenmin. Markten blijven onontbeerlijk voor onze welvaart. Net als in 1945 is het enige werkbare alternatief het redelijke compromis, een herleving van het Beveridge-plan. Dat is wat de Commissie Borstlap heeft opgeschreven. De verdienste van het rapport is dat de Commissie zoveel verschillende inzichten op één lijn heeft gebracht. Het opvallende aan het rapport is dat het tot stand is gekomen op voorspraak van minister Koolmees van D66, een partij die tot nog toe de keuzevrijheid van zzp’ers heilig verklaarde. De meest verrassende reactie op het rapport kwam van de PvdA. Juist omdat de A in de afkorting staat voor arbeid, had de partij dit rapport moeten omarmen, als een nieuwe start voor het vaste arbeidscontract. Het heeft niet zo mogen zijn. Maar wat niet is, kan nog komen. 

Coen Teulings, 7 februari 2020

REAGEER