HOME / COLUMNS / Advies IMF: snoei niet en dat werd genegeerd

COLUMNS / 16 april 2014

Advies IMF: snoei niet en dat werd genegeerd

“Coen, we must talk!” Dit mailtje verscheen voorjaar 2012 in mijn inbox. Rutte I was in de nadagen van haar bestaan. Een week later zouden de onderhandelingen in het Catshuis vastlopen. De afzender van het mailtje was een IMF econoom. Zo gemaild, zo gedaan. Enige dagen later dronken wij samen een kop koffie. Wist Nederland wel dat dit beleid zou leiden tot een diepe recessie en een crisis op de huizenmarkt? Kon ik daar niet wat aan doen? Ik gaf hem gelijk, maar kon er vanzelfsprekend niets aan doen. Zijn zorgen kwamen niet geheel onverwacht. Een half jaar eerder had het IMF in zijn advies over Nederland aangegeven dat het onverstandig was om bij nieuwe tegenvallers nog meer te bezuinigen. Het IMF, dat er altijd voor pleit om tering naar de nering te zetten, was daar in dit geval dus tegen. Nederland heeft zich daar weinig van aangetrokken: na de val van Rutte I wordt het bekende Kunduz-akkoord gesloten, vervolgens een nieuw regeerakkoord en tenslotte het najaarspakket uit 2013, alle drie met extra bezuinigingen.

We weten inmiddels dat het IMF gelijk had. De huizenmarkt is ingestort, de economie is in een recessie geraakt die een paar honderd duizend mensen hun baan heeft gekost. Nederland is ten opzichte van Duitsland ongeveer 5% van het inkomen per hoofd achterop geraakt, ettelijke tientallen miljarden. Kost een paar centen. Gelukkig is er nu economisch herstel. Maar zie dat in perspectief. Volgens The Economist liggen de groeiverwachtingen voor Nederland in 2014 en 2015 tussen 0,6 en 1,8 %, net als in België, Frankrijk, Italië en Spanje. Voor Duitsland is dat een half procentje hoger. Dat steekt schril af bij de groeicijfers voor Engeland en de Verenigde Staten, die beide ongeveer 2% harder groeien. Nederland is terecht gekomen tussen Italië en Spanje, landen waar Nederland niet tussen thuishoort. Kortom: weinig reden voor tevredenheid over het gevoerde beleid. En eerlijk gezegd: wie heeft bijgehouden hoe het Japan is vergaan na het uitbreken van de Japanse bankencrisis in 1991, is niet verrast. Net als in de Eurozone was het in Japan politiek onmogelijk om snel orde op zaken te stellen in de bankensector. Het ontluikend herstel werd vervolgens in de kiem gesmoord door bezuinigingen, met een lange periode van deflatie en defaitisme als gevolg. Die diagnose wordt door de meeste empirische macro-economische studies gesteund. In Nederland heeft binnenskamers eigenlijk alleen het VNO vanaf 2010 consequent gepleit voor een meer evenwichtig beleid, zoals bekend zonder resultaat.

Gedane zaken nemen geen keer. De meeste bezuinigingen zijn ingevuld, de banen zijn verdwenen, daar valt nu weinig meer aan te doen. Interessant is wel de vraag hoe het komt dat het IMF rapport uit 2011 hier zo weinig aandacht heeft gehad. Er was een fors meningsverschil over het beleid en de Nederlandse financiële pers heeft daar niet over geschreven. Misschien doe ik iemand onrecht, maar volgens mij is er niemand afgereisd naar het IMF of naar die macro-economen om te vragen hoe dat dan zat. Waarom was over deze internationale discussie in de Nederlandse kranten zo weinig terug te vinden?

Deze column was al af toen ik maandagochtend eerst het hoofdredactioneel commentaar in het Financiële Dagblad en toen de column Charlemagne in The Economist las. Voor uw gemak heb ik beide op mijn website naast elkaar gezet. Een vergelijking is leerzame kost. Volgens het FD moest het IMF ophouden de ECB te wijzen op de gevaren van deflatie. Het IMF kon een nuttige rol spelen door er juist op te wijzen dat deflatie helemaal geen probleem was. IMF, help ons toch om onze kop in het zand te steken? The Economist bood op hetzelfde moment een ragfijne analyse van politieke problemen waardoor de Eurozone nu al vier jaar halsstarrig de fouten van Japan herhaalt. Is de Nederlands financiële pers er louter voor binnenlands gebruik?

Artikel FD

 

 

2 REACTIES

  1. P.van der Valk Regionaal econoom - april 20, 2014 om 4:25 pm

    naar mijn mening moet de crisis vooral via een economische aanpak worden aangepakt, rekening houdend met financiele wensen . Hieronder een eerder concept van mij.
    Crisis aanpak;
    In essentie gaat het om het bevorderen van economische groei en het voorkomen van negatieve effecten door de crisis .
    Het huidige regeringsbeleid is vooral een beleid uit het gezichtspunt van financien. Dat loopt zeker niet parallel aan het beleid dat je zou kunnen voeren vanuit het gezichtspunt van economie.
    Meeliften op Internationale groei of zelf groeien
    Nederland heeft een zeer open economie met extreem veel handel met ons omringende landen, met name Duitsland, Belgie, VK. Daarna volgen VS, China, Frankrijk, Scandinavie. In de wereld is weinig economische groei. In VS is de woningmarkt uitgebodemd en daalt de werkeloosheid iets, mogelijk door acceptatie van ongunstig werk, maar er worden niet echt veel banen gecreeerd door economische groei. In onze voornaamste handelspartners in Europa is ook nauwelijks groei , maar is wel minder krimp dan hier. Dit komt door een lager bezuinigingstempo aldaar en minder problemen met de bouw. Doordat ons omringende landen in Europa ook bezuinigd wordt kan de export binnen Europa onze economie niet redden. Door onze zeer open economie lopen we steeds sterk gelijk op met ons omringende landen. Echter de afbouw van de hypotheek bubbel en de overheidsbezuinigingen verergeren de crisis in ons land.
    Over economische groei die elders uit de wereld tot ons gaat komen bestaat wel enig optimisme maar dat is nauwelijks gegrond op substantiele feiten. Groei in Europa wordt vooralsnog geremd door overheidsbezuinigingen. Groei in de VS is beperkt door afbetaling van de overheidsschuld . Idem in Japan. De bubble in China is er al en kan elk moment gaan barsten. India zit al in een valuta recessie. Zuid-Amerika zit in een recessie en de lichtpuntjes elders ter wereld zijn kwantitatief te gering van omvang.
    Economische groei zullen we dus vooral zelf moeten gaan creeren samen met onze belangrijkste handels partners, Duitsland, Belgie en VK.

    B] Macro-economische strategie voor groei
    In tijden van recessie moet de overheid investeringen aanjagen en werkgelegenheid creeren door eigen binnenlandse uitgaven en stimulering van de binnenlandse consumptie.[Dit principe is bekend van Keynes]. Dit is het meest effectief wanneer er enerzijds bezuinigd wordt op uitgaven die geen binnenlandse stimulans geven en als anderzijds de overheid uitgeeft in plaats daarvan op binnenlandse sectoren die een bestedingsimpuls nodig hebben om voor de langere termijn behouden te blijven en tevens om werkgelegenheid in moeilijke tijden overeind te houden [hoge multiplierwerking]. Op rijksnivo ligt de aandacht te eenzijdig op het begrotingstekort. Het vigerend rijksbeleid veroorzaakt daarmee veel negatieve multipliereffecten
    De overheid stelt eigen investeringen uit en remt investeringen van bedrijven direct en indirect af. Vooral de kredietbeperking bij banken door overheidsmaatregelen. Hierdoor produceren bedrijven minder en investeren ze niet. Dus ook minder innovatie. Verder verzwaart zij de lasten van burgers waardoor de binnenlandse consumptie omlaag gaat en bedrijven minder kunnen verkopen .
    De rijksoverheid remt ook[binnenlandse] bestedingen van burgers in bijvoorbeeld huizen. Dit versterkt weer de malaise in de bouw en daaraan opgehangen sectoren.
    Tenslotte wordt door oud arbeidsmarktbeleid dat nog bij de hoogconjunctuur paste de werkeloosheid nu extra versterkt door vertrek van ouderen te belasten ipv te stimuleren . Ook andere arbeidsmarktoplossingen die bij recessies worden toegepast zoals arbeidsduurverkorting en meer deeltijdwerk zijn nog onbespreekbaar, terwijl dat vroeger toch heel logische maartregelen waren.

    C Bedrijvigheid behouden
    Faillissementen nemen toe. In sommige bedrijfstakken is het dramatisch. Bouw en financiele sector kennen veel uitstoot van bedrijven en personeel.
    In een beperkte crisis is dat functioneel ; de paar procent echt slecht functionerende bedrijven vallen om en hun personeel lost het mankracht tekort bij de goede bedrijven op.
    Maar de huidige situatie is te extreem. Als een bedrijfssector zoals in delen van de bouw qua productie halveert vallen ook goede bedrijven om en komt ook geschoold personeel op straat. Dit leidt tot enorme kapitaalvernietiging aan productiemiddelen en mankracht bij bedrijven. Daarnaast het onbruikbaar worden van scholing bij werknemers waar de maatschappij ook in had geinvesteerd. En later zal de sector weer gewoon nodig zijn. In andere sectoren is dit effect ook aanwezig , maar gelukkig nog in mindere mate.
    D Arbeidsmarkt beleid verdient ingrijpen
    Het aantal banen verminderd sterk door de crisis. Dit vergroot de werkeloosheid. Maar juist op dit moment wordt het Rijksbeleid van een paar jaar geleden om zoveel mogelijk mensen op de arbeidsmarkt te houden echt effectief. Ouderen gaan nu niet met pensioen , want regelingen daarvoor zoals de FPU zijn afgeschaft. Daardoor blijft de beroepsbevolking extra groot en wordt het oplopen van de werkeloosheid nog eens versterkt . Effectief komt deze werkeloosheid uiteindelijk vooral terecht bij de lager geschoolden en de schoolverlaters [nieuwe lost generation] Ergo ouderen langer laten werken is het goede overheidsbeleid , echter op het meest verkeerde moment. In een vorige crisis was vroegpensioen voor ouderen juist een van de geeigende maatregelen om werkeloosheid te bestrijden en intreden van jongeren te bevorderen. Daarbij gaat de overheid juist bij deze oplopende werkeloosheid zelf ook mensen afstoten. De netto bezuiniging hiervan is veel kleiner dan de bruto planning, want elke uitgestoten persoon levert direct of indirect een extra persoon op die een beslag op de uitkeringen gaat doen. Dit gaat weer ten laste van de samenleving, hoger tekort, meer bezuinigingen en hogere belastingheffing.
    E Effectief beleid als leidraad ipv begrotingstekort als leidraad
    Het Rijk neemt een enorme hap uit het nationaal inkomen; belasting tot 52%, plus een btw heffing van 21% plus accijnzen en vennootschapsbelasting, plus wegenbelasting, plus erfbelasting enz. Zoveel inkomsten zijn haast niet meer efficient uit te geven. De belastinheffing is nu zo hoog dat de recent verhoogde inkomstenbelasting zelfs afnemende meeropbrengsten gaat geven [vlgs de Laffer curve].
    De samenleving heeft een overheid nodig die minimale , maar slagvaardige regelgeving kent , die efficient georganiseerd is en kostenbewust de collectieve goederen [zoals infrastructuur] regelt. Dit vereist een vergaande deregulering, hervorming van het bestuur en kosteneffectiviteit als toetsingscriterium .

    Aanbevelingen;
    1 _ Probeer investeringen en bestedingen naar binnenlandse sectoren te leiden. Belangrijk is het besef dat bestedingen in de ene sector binnenlands effectiveren zijn dan in de andere sector. Meer Samsung tv s kopen helpt onze economie niet, meer huizen kopen bij lokale bouwers helpt onze economie wel. Het is dus belangrijk om uitgaven te kanaliseren naar home sectoren
    2_ Het lijkt van belang om zoveel mogelijk investeringen van overheid en marktsector in woningbouw en utiliteitsbouw aan te jagen. Dit voorkomt verdere instorting van de bouwsector en behoudt werk. De bouwproductie op gang houden is een absolute noodzaak De malaise in de bouw wordt waarschijnlijk nog onderschat. Als het werk voor architecten voor nieuwbouw met 70% is teruggelopen dan is dat een voorbode van extreme krimp in de nieuwbouw. De kantoren en woningbouwprogrammas laten inderdaad productiehalveringen van meer dan 50 % zien.
    Voor de woningbouw nu even de hypotheekverlening verbeteren en bijvoorbeeld aftrek over langere tijd garanderen. Een BTW verlaging op nieuwbouwwoningen zou ook wel eens rendabel kunnen uitpakken.
    De bouw van sociale en vrije huursector moeten in crisistijd worden aangejaagd ipv afgeremd.

    3_ Voer flexibeler arbeidsmarkt beleid. Arbeidsmarkt moet direct actueler worden gefinetuned. De huidige regels zijn nog geent op hoogconjunctuur en moeten zo snel mogelijk worden bijgesteld Nu moeten ouderen dus weer wel afvloeien ten behoeve van banen van jongeren. Ook andere maatregelen zoals , arbeidstijd verkorten en arbeid over meer mensen delen , deeltijdwerk stimuleren e.d. zijn geeigende maatregelen bij oplopende werkloosheid Over 5 jaar is dat misschien niet meer nodig als de economie is aangetrokken, maar nu even wel.
    4_ de regulering bij de overheid is een must.
    Als bijvoorbeeld europeese regels redelijk voldoen zijn niet ook nog nationale , provincale , regionale, gemeentelijke , deelgemeentelijke en waterschapsregels nodig
    5_ bestuurlijke hervorming is al 150 jaar ten onrechte uitgesteld.
    Spreek vooral af dat maar een overheidslaag over een specifiek probleem beslist
    Vijf provincies en 100 gemeenten geven minder bestuurlijke drukte, minder bestuurders en veel minder overleg en ambtelijke ondersteuning dan 12 provincies en 400 gemeenten.

    6 Kantorenleegstand in verouderde kantoren en/of op verkeerde plekken wordt niet verholpen door nieuwbouw te verbieden. Nieuwbouw van kantoren blijft nodig om de voorraad te vernieuwen en te heralloceren naar gewilde lokaties. Probleem is dat er weinig projecten van optie tot concreet hard plan doorschuiven. De overheid kan hieraan bijdragen door deregulering, helpen bij proces regelen en financieringsconstructies mbt de grond
    7 Zorg voor voldoende bedrijventerrein aanbod. Bestaande terreinen zitten met name in de randstad tsjokvol en er is bijna geen uitgeefbare nieuwe kavel. Als de economie weer aantrekt ben anders je tijden bezig om weer planologische ruimte te creeren met in de tussentijd verlies aan economische groei.
    8 Inzetten op verkeersprojecten die verkeerscapaciteitsproblemen oplossen. Dit stimuleert de bouw en verbeterd de vestigingsvoorwaarden en kosten voor bedrijven en personen. Dit heeft voorrang op luxe infra projecten om redenen van [soms om de paar jaar veranderende] veiligheidseisen.
    9 Winkelvernieuwing is een must om de winkelvoorraad aan de veranderende eisen des tijds aan te passen en de concurrentie met internetverkoop aan te gaan. Dwz dat projecten die in deze strategie passen met kracht bevorderd moeten worden.
    10 Dereguleren is een must. Teveel regels en onduidelijke of ingewikkelde regels geven tijdverlies bij overheid zelf en bedrijven en burgers. In Amsterdam zijn 80% van de bouwregels afgeschaft.
    11 Selecteer bij de begrotingen op uitgaven met een hoge multiplierwerking voor de economie. Pleeg vooral bestedingen in eigen regio.

    Beantwoorden
  2. Ruben van den Bogaard - april 22, 2014 om 7:24 am

    Geachte heer Teulings,

    Aardig artikel over het IMF, ik heb echter enkele opmerkingen over dit artikel
    1. Lastenverzwaringen zijn anders dan Bezuinigingen, u lijkt dit onderscheid helaas niet te maken. Er is nog maar beperkt bezuinigd, de begroting van de overheid is vooral omvangrijker geworden.
    2. U mist het noemen van de liberalisering van de multiplier tijdens Paars. Deze is van boven de 6x het bruto inkomen in een schaarste markt naar 4,5x in een overschotsmarkt. De eerdere verruiming en latere inperking hiervan zijn qua verklaring zeer waarschijnlijk groter dan de lastenverzwaringen.
    3. Naar de toekomst zal de demografie en eindigheid van verdere gezinsverdunning het woningen overschot verder vergroten. Zeker gezien veel gemeentes gespeculeerd hebben op een eindeloze groei aan de vraag zijde. Er is een omvangrijk aantal gemeentes met grondposities waarvan men reeds winst heeft ingeboekt, waar accountants dusver weinig kritiek op hebben gehad… De liquiditeit is eruit en gemeentes dienen af te boeken, dusver gebeurt dit slechts heel beperkt.

    Beantwoorden

REAGEER