HOME / COLUMNS / Wees zuinig op de democratie, want dat is de bron van onze westerse welvaart

COLUMNS / 21 februari 2020

Wees zuinig op de democratie, want dat is de bron van onze westerse welvaart

Je zou denken dat landen hun democratie niet in de waagschaal durven stellen   

Tussen de Romeinse tijd en de negentiende eeuw is de gemiddelde levensstandaard nauwelijks toegenomen. Ook de welvaartsverschillen tussen landen waren zeer beperkt. Dat weten we dankzij het werk van de economisch historici Paul Bairoch en Angus Maddison. Rond 1830 was het inkomen in ‘het Westen’ (West-Europa, Noord-Amerika en Japan) slechts een derde hoger dan elders. Sindsdien is de levensstandaard in het Westen vijftien keer zo hoog geworden. Omdat de inkomensverschillen binnen landen afnamen, profiteerde de onderste helft nog meer. Een dergelijke welvaartsstijging is zonder precedent in de wereldgeschiedenis. De weelde ging aan de rest van de wereld voorbij; het verschil in welvaart tussen het Westen en de rest van de wereld nam tussen 1830 en 1990 fors toe. Aan de stijging van de ongelijkheid tussen landen is overigens een einde gekomen. Een aantal landen is een succesvolle inhaalrace begonnen. Waaraan heeft het Westen deze exceptionele welvaartsstijging te danken? En waarom is dat in de rest van de wereld mislukt? Over deze vraag breken economen en andere wetenschappers zich al jaren het hoofd. Een belangrijk boek is Violence and Social Orders van Nobelprijswinnaar Douglass North, geschreven door John Joseph Wallis en Barry Weingast. Hun centrale stelling: deze groei was mogelijk door betere bescherming van eigendom tegen roof en diefstal, door de invoering van de rechtsstaat en de scheiding der machten, en door democratische controle van de macht, zodat die bescherming in stand bleef. Zo kwam de markteconomie tot wasdom. In dertig van de 180 landen in de wereld is het bruto binnenlands product (bbp) per inwoner hoger dan €20.000 per jaar. Als we olielanden, belastingparadijzen en stadstaten als Hongkong en Singapore buiten beschouwing laten, is die groep al decennialang onveranderd. De verschillen binnen die groep zijn klein. Het rijkste land (de Verenigde Staten) is 70% rijker dan het armste (Nieuw Zeeland). De technologie stelt een maximum aan de welvaart, die door innovatie en nieuwe ideeën steeds hoger wordt. Als een land goede instituties en toegang tot de wereldmarkt heeft, vinden nieuwe technologische vondsten uit andere landen gemakkelijk ingang. Door innovaties te delen groeien alle landen in de kopgroep ongeveer even snel. De groep van achtervolgers zijn zestig landen met een bbp per inwoner tussen €5.000 en €20.000 per jaar. Binnen deze groep verandert de rangorde razendsnel. Argentinië kachelt al decennia achteruit. Andere landen slagen er steeds beter in om technologie uit het Westen te kopiëren. Zo verwerven zij zich een plaats in het internationale productienetwerk. Om hun achterstand in te halen moeten zij sneller groeien dan de kopgroep, net zoals Japan aansluiting kreeg. Dit geldt voor ongeveer 40% van de wereldbevolking, voorop China en India. 

ONVERWOESTBAAR 

Het Westen moet niet bang zijn voor deze inhaalslag. Integendeel. Zoals de landen van de kopgroep elkaars nieuwe technologie kopiëren, doen de achtervolgers dat nu ook. Daar heeft de kopgroep belang bij. Zij profiteren van nieuwe vondsten uit China en India. Waarom zouden we wel de vondsten uit de VS en niet die uit China overnemen? Donald Trumps pogingen om Chinese vondsten buiten te sluiten staan haaks op ons belang. Vanzelfsprekend zal China zijn techniek gebruiken om te spioneren, net zoals de VS dat doen. Overigens doet Nederland dat ook. Je moet op spionage bedacht zijn, maar dat geldt voor beide landen, zoals Merkel in 2014 heeft ervaren toen haar telefoon bleek te worden afgeluisterd door de Amerikanen. Sinds 1990 is de groep van achtervolgers steeds groter geworden. Daardoor komen er nieuwe vondsten beschikbaar voor algemeen gebruik en nemen de inkomensverschillen tussen landen af. Je hoort er zelden over. Tot slot is er een peloton van negentig landen dat de weg omhoog niet kan vinden. Nieuwe technologie uit het Westen vindt hier amper ingang. Hun achterstand wordt alleen maar groter. Soms lijkt een land te klimmen, maar dan valt het later weer ongenadig terug. Ergens in hun instituties is er iets (nog?) niet op orde. Welke instituties zijn cruciaal om op kop te gaan? Volgens de democratieindex van Monty Marshall, Keith Jaggers en Ted Gurr behoren alle landen in de welvaartskopgroep tot de tweeendertig meest democratische landen. Ook eerder in de wereldgeschiedenis bleek democratie een goede basis voor welvaart: het klassieke Athene, de Italiaanse Renaissancesteden, en onze eigen Republiek — tussen 1600 en 1800 het rijkste land ter wereld. Nu het voordeel van democratie zo evident is — democratieën met een sterke rechtsstaat en toegang tot de wereldmarkt zijn ruwweg zes tot acht keer zo rijk — zou je denken dat landen die niet zomaar in de waagschaal stellen. Om met The Economist te spreken, we dachten dat de Chinese politiek meer op de Amerikaanse zou gaan lijken. Nu lijkt het eerder omgekeerd: Zijn Amerika heeft steeds meer weg van China. Trumps interventies in de rechtspleging brengen de rechtsstaat in gevaar. Door herindeling van kiesdistricten en nieuwe eisen aan kiezersregistratie wordt de democratie uitgehold. Ook in Boris Johnsons Engeland (Brittannië is inmiddels geen Verenigd Koninkrijk meer) zal de democratie het niet gemakkelijk krijgen. Johnson recente tirade tegen het Supreme Court dat hem eerder de voet dwars zette doet het ergste vrezen. Voorlopig blijf ik echter een onverbeterlijke optimist die denkt dat Europa een onverwoestbaar baken van democratie en rechtsstaat blijft, waarin de macht breed gespreid is. Daaraan hebben we onze welvaart te danken. 

Coen Teulings, 21 februari 2020

REAGEER