HOME / COLUMNS / Wie met de migrant concurreert, verliest

COLUMNS / 2 september 2015

Wie met de migrant concurreert, verliest

Imagine there’s no countries. It is not hard to do. Dagdromen staat vrij, zeker aan John Lennon. Toch vermoed ik dat de vluchtelingen in Macedonië en Servië daar nog niet aan toegekomen zijn. Landsgrenzen zijn realiteit. Ook de toekomst belooft weinig goeds voor Lennon’s dromen. Nauwelijks bijgekomen van de Griekse crisis, moeten Europese regeringsleiders opnieuw aan de bak. Dublin of Schengen staan onder druk. Erg? Of juist goed, zoals Martin Sommer 22 augustus in de Volkskrant stelde. Onderzoek toont dat migratie geen netto welvaartsbaten heeft, aldus Sommer.
Precies deze vraag heeft de econoom John Kennan zich gesteld in zijn artikel “Open Borders”. Zijn artikel begint met een bespreking van de bekende Heckser Ohlin theorie. Die theorie veronderstelt dat de beste productietechnologie overal vrijuit beschikbaar is en dat de geproduceerde goederen vrijuit verhandelbaar zijn. In een dergelijke wereld is migratie overbodig. Goederen worden daar geproduceerd waar de meest geschikte arbeidskracht beschikbaar is, totdat het loon voor dat type werknemers overal gelijk is. Vrijhandel maakt het vervolgens mogelijk om de geproduceerde goederen daar te verkopen waar er het meeste vraag naar is. Zie hier de zegeningen van de vrijhandel zoals bewerkstelligd door GATT, UNCTAD, WTO, en EU: het heeft ons allen rijker gemaakt, veel rijker.
Deze theorie is zo mooi, merkt Kennan fijntjes op, omdat we allemaal weten dat hij niet klopt. De lonen voor arbeid met vergelijkbare kennis en ervaring verschillen dramatisch tussen landen. Waarom? Daarvoor zijn tal van oorzaken. In Syrie is het de burgeroorlog, in grote delen van Afrika is het de corruptie, Oezbekistan heeft geen bevaarbare rivieren, Nepal is onherbergzaam, en bijna nergens zijn er clusters van gespecialiseerde kennis die zo bevorderlijk zijn voor de welvaart van een land. En vaak ontbreekt een betrouwbare rechterlijke macht en een goed functionerende democratie die de macht van politici inperkt. Migratie van arbeid van laag naar hoog productieve landen verhoogt dus de totale welvaart. Kennan schat dat vrije migratie leidt tot een verdubbeling van de wereldwijde arbeidsproductiviteit. De vrijhandel heeft bijna alle barrières geslecht, behalve die op de arbeidsmarkt.
U denkt dat het hier gaat om theoretische exercitie gespeend van praktische relevantie? Denkt u dan terug aan mijn vorige column over de fenomenale groei van China. Die is eerst en vooral te danken aan de migratie van honderden miljoenen mensen van het platteland naar de stad. Die migratie gaat gepaard met grote sociale spanningen, tussen “autochtone” stedelingen en migranten zonder verblijfsvergunning voor de stad. Maar de voordelen van die migratie staan buiten kijf. Die voordelen zijn ook geen kwestie van de lange termijn (u weet wel: in the long run, we are all death). Het Chinese voorbeeld laat zien dat zij relatief snel kunnen worden geïncasseerd.
Allemaal mooi en aardig, maar wie profiteert van die voordelen? Gaan de migranten er niet vandoor met onze welvaart? Zoals bekend zijn lonen ruwweg gelijk aan de marginale productiviteit. Dat wil zeggen: het loon van een migrant is gelijk aan wat hij/zij aan productiviteit toevoegt, misschien iets minder. Per saldo profiteren wij dus. De pijn zit in dat “per saldo”: voor sommigen mensen is de uitkomst waarschijnlijk negatief. De tuinder in het Westland profiteert (het werk in de kassen), evenals de bewoners van Amsterdam Zuid (huishoudelijke diensten). Maar misschien niet de mensen die op de arbeidsmarkt met migranten concurreren. Welk belang je de voorkeur geeft is een kwestie van politieke smaak, iets wat ik met gerust hart aan uw eigen oordeel overlaat. Maar wie beweert dat migratie de totale welvaart verlaagt, die belazert de kluit.

Download column

REAGEER