HOME / COLUMNS / Regels komen niet van EU maar van lidstaten

COLUMNS / 14 mei 2014

Regels komen niet van EU maar van lidstaten

“Mensen begrijpen niet dat Europa beslist dat een pizza gebakken moet worden in een hout gestookte oven. Daar zit de meeste pijn bij mensen.” Aan het woord is Ben Verwaayen, oud Telecom-topman en vaste adviseur van de VVD. Het klinkt redelijk. Brusselse bureaucraten maken teveel regels. Zonder die bureaucraten en hun regels zou het beter zijn, en Europa veel populairder.
Maar is dit waar? Mij kan het in ieder geval niet schelen in wat voor oven mijn pizza’s gebakken worden. De laatste keer dat ik als burger last had van een Europese regel kan ik me niet herinneren, als ik überhaupt al weet waar een regel vandaan komt. Veel regels komen bovendien niet uit de Brusselse bureaucratie. Zij komen uit de lidstaten, die in Brussel lobbyen voor hun eigen voorliefde. Regeltjes dijen zo uit tot voldragen teksten. En daar blijft het niet bij. Het Nederlandse parlement voegt er vaak nog wat aan toe. Geen Europese regel is goed genoeg, minimaal één eigen Nederlandse voetnoot. Goldplating wordt dat genoemd: het vergulden van Brusselse regels verzacht de pijn van het Nederlandse parlement dat aan de zijlijn staat.
Mij lijkt dat de Nederlandse kiezer zich minder zorgen maakt over Europese regels dan over de eurocrisis en de werkloosheid. Europa krijgt daarvan begrijpelijkerwijs de schuld. In een recente speech in Berlijn probeerde Mark Rutte bij dit gevoel aan te sluiten. Europa heeft volgens Rutte te veel beloofd en te weinig gepresteerd. Het geloof in de toekomst van Europa gaan we niet herstellen met Europese verkiezingen of met Europese lijsttrekkers. De bal moet terug naar de nationale parlementen, aldus Rutte. Bevoegdheden weg uit Brussel, terug naar de lidstaten.
Eens of niet eens doet niet ter zaken. De vraag is of het gaat gebeuren. Ik heb twee redenen om te denken van niet. Allereerst de crisis zelf. De Eurozone heeft meer moeite om uit de crisis te komen dan bijvoorbeeld de Verenigde Staten. Dat is het gevolg van de moeizame Europese besluitvorming. Het opschonen van bankbalansen, toezicht op banken, een gezamenlijk begrotingsbeleid, het monetair beleid van de ECB, in al die zaken liepen de belangen van lidstaten uiteen. En dus liep de besluitvorming in de Europese Raad –waar Rutte zelf lid van is- voortdurend vast.
Er is nu een bescheiden economisch herstel. Dat is louter te danken aan het optreden van één Europese instelling, de ECB. Met voorzichtig manoeuvreren heeft de ECB de ruimte voor Europees monetair beleid zo ver mogelijk opgerekt. Er komt nu een Europese bankenunie, mede onder druk van het door Rutte verfoeide Europese parlement. En Brussel houdt voortaan toezicht op de begroting van lidstaten, nog wel op initiatief van Nederland. Kortom: de crisis heeft geleid tot meer Brusselse bevoegdheden, niet minder. En dat was broodnodig.
En dan de tweede reden voor meer Europa: de Oekraïne. Voor Nederland is de Euro een symbool van mislukking, in Midden Europa is het een teken van hoop. In het midden van de Eurocrisis is Estland toegetreden. Daar had het land een goede reden voor. Polen zal nu ongetwijfeld ook versneld willen toetreden, vanwege diezelfde goede reden. In Nederland wordt nog steeds getreurd over de te snelle uitbreiding van de EU na de val van de muur. De crisis in de Oekraïne laat echter zien dat die uitbreiding onontkoombaar was. Duitsland realiseert zich dat. Midden Europa is haar naaste buur. Dus gaat het Europese project gewoon. De Nederlandse treurnis laat de Duitsers koud.
De kans van slagen van Mark Rutte’s programma lijkt me dus klein. Er komen meer, niet minder Europese bevoegdheden. Gelukkig maar. Rutte doet de kiezer een kansloze belofte. En wat als zijn belofte straks onhaalbaar blijkt? Dan gaan we in Nederland door met verstoppertje spelen. Dan krijgt Brussel de schuld.

REAGEER