HOME / COLUMNS / Kiezersbedrog over de euro

COLUMNS / 19 maart 2014

Kiezersbedrog over de euro

Afgelopen week lieten zowel Klaas Knot als Wouter Bos hun licht schijnen over de toekomst van de Euro, de eerste bij de presentatie van het jaarverslag van DNB, de tweede op een bijeenkomst in de Balie in Amsterdam. In beide gevallen ging dat niet ongemerkt voorbij. Knot liet weten dat hij de invoering van Euro-obligaties op termijn wenselijk vindt. Doe je dat niet dan loop je het risico dat de economie van de Eurozone opnieuw zal ontsporen. Een monetaire unie zonder coördinatie van economisch beleid is onmogelijk, aldus Knot. Een muntunie kan niet functioneren zonder een vorm van onderlinge verzekering tussen lidstaten en dus van onderlinge controle ter voorkoming van misbruik van die verzekering. Zonder zo’n verzekering zullen financiële markten bij gelegenheid tegen individuele lidstaten blijven speculeren. Europa heeft deze les de afgelopen vijf jaar door schade en schande geleerd. Alleen de interventie van de ECB kon de markten tot rust brengen. Alleen daardoor kan Europa nu hopen op economisch herstel. Klaas Knot heeft dus gelijk.

Hoewel Knot dit al eerder had gezegd, moesten deze uitspraken zo kort voor de Europese verkiezingen wel tot beroering in politiek Den Haag leiden. Politieke partijen zijn vooral bezig om de kiezer uit te leggen dat Brussel teveel bevoegdheden heeft, zo ongeveer op het niveau van de Verordening over Postduiven. Dan is er geen behoefte aan iemand die erop wijst dat die Postduivenverordening misschien terug naar Den Haag kan, maar dat voor de grote maatschappelijke vraagstukken de discussie omgekeerd zal zijn: welke extra bevoegdheden hebben Brussel en Frankfurt nodig om de muntunie goed te laten functioneren? Euro-obligaties en Europees economisch beleid zijn daarvoor onontbeerlijk. Uit angst voor de PVV houden de andere partijen echter de kiezen op elkaar. Een vorm van dubbel kiezersbedrog, van de PVV omdat zij een onhaalbare optie voorspiegelt, en van de andere partijen omdat zij niet willen zeggen waar het dan wel op staat.

Ik neem aan dat Wouter Bos daarom voor een referendum over de Euro heeft gepleit. Bos constateert dat het Euro-project aan legitimiteit heeft ingeboet. De kiezer moet maar zeggen wat hij wil, ofwel uit de Euro, ofwel erin, maar dan ook het volle pond, dus inclusief Euro-obligaties en Europees economisch beleid. Een halve keus werkt niet. In dat  opzicht zijn Bos en Knot het dus eens. Zijn voorstel, een referendum over de Euro, kan echter niet werken. Op zichzelf is een referendum een prima middel, maar niet voor de vraag of we in de Euro moeten blijven. Onze maatschappij is gebaseerd op fiduciair geld, dat wil zeggen, op vertrouwen. Wij hebben 50 eurobiljetten in onze portemonnee omdat we erop vertrouwen dat we daar morgen in de supermarkt mee kunnen betalen. Wij hebben pensioenverzekeringen omdat we erop vertrouwen dat we dat over 10 jaar nog steeds kunnen. Over de vraag of we die belofte wel of niet nakomen kun je niet per referendum beslissen. Belofte maakt schuld. Je had bij referendum kunnen beslissen over de invoering van de Euro. Je kunt niet per referendum beslissen om wel of niet met de Euro door te gaan. Dat ondermijnt het vertrouwen.

Dat klinkt ondemocratisch: een referendum over het wel of niet in de Euro blijven kan niet, maar als we blijven zal verdere integratie onvermijdelijk zijn. Het is alsof we in een fuik zijn gezwommen. Dat klopt. Dat is de gok die Kohl, Mitterand, Lubbers en Kok rond 1992 hebben genomen: we beginnen vast met de monetaire unie, dan komt de politieke unie er later vanzelf. Nu de Eurozone de ellende van de afgelopen tijd heeft overleefd met slechts wat schrammen en bulten, maar zonder botbreuken, begin ik te denken dat dit viertal gelijk krijgt. Dat is in ieder geval in het belang van Henk en Ingrid, en ik ben ervan overtuigd dat zij dat zullen begrijpen. Het zou wel handig zijn als er een politicus opstaat die hen dat wil uitleggen.

REAGEER